Nou nou nou, wat je op één dag allemaal mee kan maken… Sterkte, want dit is een heel lang blog en ik overhoor je als ik terug ben! 😀
Vanmorgen de laatste dingetjes ingepakt en allerlei vormen van corona documentatie uitgeprint. Het is heel veel tegenwoordig. De vaccinatie bewijzen, de PCR test, een gezondheidsverklaring voor Schiphol, de tickets ook natuurlijk, nou ja, dan zijn we er wel. Althans, dat dachten we…
We hadden valet parking gereserveerd dus we reden in één klap bijna de vertrekhal in. Altijd erg prettig. We gaven de sleutel af en vertrokken bepakt en bezakt naar de check-in balie. Eenmaal daar moesten we alle documenten tonen, waaronder de health declaration voor de Malediven. Oh oké, ehm, die hebben we niet. De man achter de balie gaf ons een webadres en zei dat we die dan maar even moesten invullen. Dus we typten beiden het adres in op onze telefoon en gingen vol goede moed aan de slag. Ze vroegen een pasfoto, een foto van de PCR test, de datums van beide vaccinaties en daarvan een bewijs, het adres van het hotel in de Malediven, de vluchtnummers heen en terug en het hemd van ons lijf. We vulden alles netjes in en drukten op submit. Helaas had ik een verkeerd formaat telefoonnummer ingevuld dus kwam ik niet verder.. Oké, nog een keer proberen, uiteraard bewaarde de site niet alle gegevens, dus de bestanden moest ik opnieuw uploaden, naast hier en daar wat gegevens die verloren waren gegaan. Submit! Nope, weer niet, deze keer was alles goed ingevuld maar bestond de site niet, zei hij. Zal een hikje in de verbinding zijn, nogmaals al het ontbrekende invullen en nog een keertje submit. Nee, site bestaat nog steeds niet.
Gelukkig had ik mijn Chromebook bij me dus kon ik de boel daarop nog een keer invullen, nadat ik alle bestanden eerst van mijn telefoon op mijn drive had gezet om ze toegankelijk te maken op de Chromebook. Ja gelukt! Gelukkig. Jeroen had overigens ongeveer dezelfde ervaring alleen hij kreeg het uiteindelijk wel voor elkaar op zijn telefoon, na veel “boze woorden” 😁.
Oké, de eerste hobbel was genomen en we waren nog niet eens weg. Als dit een voorbode is van de reis dan wordt het nog wat, dachten we.
De douane ging soepel, daar waren we gelukkig vlotjes doorheen. Daarna konden we in een lounge gaan zitten om te wachten tot het vliegtuig zou vertrekken. Dat duurde niet heel lang omdat we zo lang hadden zitten rommelen met die website. De lounge was ook ongezellig druk, maar ach, we hebben er best oké gezeten en een lunch genomen.
Redelijk op tijd zijn we naar de gate gelopen. Onder de wachtenden ontdekten we Edwin van der Sar. We wisten het eerst niet zeker maar toen we Google vroegen hoe zijn vrouw eruit zag, zagen we foto’s van de krullenbol die nu ook naast hem liep, dus toen waren we overtuigd. Het is nog lastig zo iemand te herkennen met die mondkapjes.
We stapten in het grootste vliegtuig waar we ooit in hebben gezeten, een Airbus A380-800. Twee verdiepingen, best indrukwekkend. We vonden hem eigenlijk stiller en comfortabeler dan de dreamliner waar we ook weleens in gezeten hebben en die dacht ik een stuk nieuwer is. De plekken waren iets ruimer dus dat was fijn.
De vlucht ging dus ook heel voorspoedig en na een uur of zeven geloof ik, landden we op Dubai. We waren nog redelijk fris en fruitig, waarschijnlijk omdat we rekenden op een lange reis. Bij de controles moest ik gefouilleerd worden, want de detector ging af. Ik werd verwezen naar een die dame een stukje verderop al naar me wenkte. Ze drukte me een pashokje in, deed het gordijn dicht en begon me te fouilleren. Op dat moment dacht Jeroen hé, waar is Annette nou? Gelukkig duurde dat niet lang, de dame ontdekte mijn beugel bh en stuurde me snel terug naar mijn man.
We moesten ongeveer anderhalf uur wachten, en dat was eigenlijk zo om. Ook omdat het vliegveld WiFi had en ik dus gezellig heb zitten kletsen op de app. Jeroen heeft me intussen voorzien van een lekker bakkie koffie. Het inchecken begon een stuk vroeger dan op de borden stond en toen ik vroeg waarom dat was, zei de steward dat het vliegtuig erg vol zat en dat ze daarom maar alvast startten met boarden. Alleen, het was geen boarden want toen we door de controle waren, die bij Jeroen niet helemaal soepel verliep waardoor de steward een nieuwe ticket moest uitprinten, kwamen we gewoon weer terecht in een hal met stoeltjes. In de hal zagen we voor het eerst “de Fransman”. Hij viel me op omdat hij nogal haantje de voorste was. Het uiteindelijke boarden ging op zone en toen zijn zone aan de beurt was stond hij meteen vooraan. Ik dacht nog dat hij zich wel wat relaxter kon opstellen, maar naar later bleek, zat dat niet in hem.
Na de landing in Malé moesten we onze koffers ophalen. Ik geloof dat we nog nooit zo lang hebben staan wachten. De band hadden we vrij snel gevonden, maar de koffers kwamen mondjesmaat naar buiten. Dat vond “de Fransman” overigens ook. Die heeft verschillende keren gevraagd waar zijn koffer nou toch bleef, uiteraard met veel bijpassende gebaren. Na, voor ons gevoel, minstens een uur, kwam eindelijk mijn koffer naar buiten. We dachten, dan komt die van Jeroen ook snel. Maar helaas kwamen er toen minstens een kwartier lang helemaal geen koffers meer naar buiten. Gelukkig kwamen er daarna toch weer een stel koffers op de band, waaronder die van Jeroen. Toen konden we eindelijk richting het hotel. Dachten we. We wisten dat we nog met een watervliegtuigje moesten, maar we hadden geen idee hoe lang dat zou duren. We liepen het vliegveld af en botsten tegen minstens dertig mensen aan met bordjes met namen van hotels en van mensen. Iedereen stond te wapperen met zijn bordje, gelukkig wel allemaal netjes op een rijtje. Na even zoeken vonden we Kuramathi ertussen en de man verwees ons naar de check-in voor het watervliegtuig. We checkten in, uiteraard na “de Fransman” die nog snel even voor ons piepte. Even later zagen we hem weer, toen we in de bus stapten die ons naar de gate zou brengen. Hij zat helemaal voorin, klaar om zo snel mogelijk weer uit te stappen zodra de deuren zich weer zouden openen. Wij gingen lekker helemaal achteraan zitten, mooi veel ruimte op de achterbank van de bus. De bus reed aan de linkerkant van de weg, ze rijden hier dus links, naar de gate, waar we weer opgevangen werden door de volgende Malediviaan Malediver Maledief.
Hij bracht ons naar de lounge, waar ons werd verteld dat we twee uur moesten wachten tot het vliegtuig zou vertrekken. “De Fransman” ging weer helemaal los, inclusief gebaren. Het hielp niets. Sterker nog, het duurde drie uur tot we het sein kregen dat we naar de gate mochten. Tussendoor konden we gelukkig heel lekker zitten, zelfs een klein dutje doen, en koffie met iets lekkers eten.
Het vliegtuig was een redelijk groot-achtig watervliegtuig. Er konden ongeveer 12 mensen in denk ik. De voorste plekken werden, geheel volgens verwachting, bezet door “de Fransman” en zijn vrouw. Jeroen zat een rijtje voor mij links aan het raam en ik zat rechts. Zo konden we beiden goed zien waar we heen vlogen. Het was behoorlijk warm in het vliegtuig en toen de motor een beetje op toeren kwam begon het ook nog verschrikkelijk te stinken. En ik voelde me al niet helemaal goed meer, het was zo’n lange dag geweest met zoveel wachten… Het vliegtuig voer naar de start.. eh.. startgolf? Of gewoon startbaan denk ik, gaf een flinke stoot gas en steeg op. Dat ging nog behoorlijk hard voor zo’n toch niet zo heel groot vliegtuig. Het zou maar een kwartiertje vliegen zijn, en het eerste stuk heb ik er best van genoten. Ik moest wel erg mijn best doen om rustig te blijven want ik vond het toch best een beetje spannend, en ik zat natuurlijk ook helemaal alleen.
Toen we eenmaal op hoogte waren kon ik me best goed ontspannen. Maar er stond toch wel wat wind en op een gegeven moment ging het gewoon niet meer. Mijn vingers begonnen te tintelen, even later mijn armen ook en tenslotte werd ik flink misselijk.
Gelukkig waren er “comfort bags” binnen handbereik en ik heb daarin overgegeven. Jeroen kwam meteen naast me zitten en de steward die achter me zat bekommerde zich ook een beetje om me. Maar eigenlijk ging het al vrij snel toch weer beter en kon Jeroen nog lekker wat naar buiten kijken. We waren er daarna ook vrij snel en legden aan aan een pontonnetje. Helaas voor “de Fransman” zat de deur van het vliegtuig achterin en mocht ik als eerste, trillend als een rietje, uitstappen. De koffers werden uitgeladen en na een minuutje kwam er een boot aanvaren met de mensen die weer met het vliegtuig mee moesten. Toen de boot leeg was stapten we erop en zochten een plekje. Het was maar een minuut of tien varen en het was best lekker om even buiten in de wind over de zee uit te kijken. Toen we aanlegden zei de matroos tegen mij dat ik achter hem aan kon om van de boot te stappen, tot verdriet van “de Fransman”, die direct na mij van de boot stapte, Jeroen besloot hem zijn zin maar te geven en achter hem aan te sluiten. De man die ons opwachtte vertelde mij waar we heen moesten en dacht dat ik voorop zou lopen en dat dat dus voldoende was. Maar “de Fransman” liep uiteraard harder naar voren, ook omdat ik even ging wachten op Jeroen. Na een tiental meters aarzelde hij, omdat hij niet wist waar hij naartoe moest lopen. Toen hebben we hem maar weer ingehaald. Dat was het laatste wat we die dag van hem zagen. We werden welkom geheten met een fris handdoekje en we kregen uitleg over het eiland. Het enige wat ik deed was languit onderuit op de bank liggen en wachten tot de man alles aan Jeroen had uitgelegd. Daarna konden we naar de kamer toe. Op de kamer heb ik even gedoucht, er blijkt een prachtige buiten-regendouche te zijn, en een jacuzzi. We hadden meteen kunnen lunchen maar dat kon mijn maag niet aan, dus dat hebben we uitgesteld tot de high-tea die op het programma stond. We hebben wat kleine hapjes gesnoept en zijn toen terug naar de kamer gewandeld, waarna Jeroen alweer stond te stuiteren om te gaan snorkelen. Hij haalde de duikbrillen en de snorkels op van de receptie en we zijn naar de zee gegaan. Eerst zijn we nog even naar het ecocentre geweest om te informeren waar we konden snorkelen. Aan “ons” strand stond een paal en daar konden we naar het rif zwemmen. We trokken onze flippers aan, duikbril op en zodra het een beetje kon, begonnen we met onze brillen onder water richting het rif te flipperen. Jeroen kreeg de vaart er niet echt in want hij kon zijn flippers niet goed in beweging krijgen in dat ondiepe water. Mij lukte dat beter dus ik ging in volle vaart op het rif af. Dat was echter zó ondiep, dat ik best hard op het rif terechtkwam, en voor ik het wist een stuk of zes schaafwonden had. Ik ging meteen terug en zei tegen Jeroen dat we het water weer uit moesten. Dit was geen goed plan. Jeroen had zich ook al een beetje bezeerd en hij draaide meteen om toen ik dat zei. In alle consternatie was hij echter opeens zijn onderwaterfototoestel kwijt. Paniek! Gelukkig was het zo ondiep dat hij hem na een paar keer kijken op de bodem zag liggen en weer kon pakken. Phew.
We stapten uit het water en de wondjes deden behoorlijk zeer met al dat zout erop. We zijn dus snel onder de regendouche gestapt om alles af te spoelen. Daarna waren we eigenlijk beiden heerlijk relaxt. Ik was ook best wel weer oké en Jeroen heeft even lekker een dutje gedaan op de stoel op de veranda. Daarna was het tijd om te eten, het buffet stond klaar. Daar hebben we lekker van genoten, ik heb zelfs een beetje salade met tonijn gegeten en het smaakte heerlijk. Na het eten kwamen we terug op de kamer waar we voor de buis zijn gaan hangen en waar ik nu dit blog zit te schrijven. We zijn 32,5 uur van huis weg en hebben nauwelijks geslapen. Dus nu nog even fotootjes uitzoeken en dan lekker dutten.
Geef een reactie