Vanmorgen stond, net als gisteren, de wekker op zeven uur. We waren eigenlijk weer eerder wakker, Jeroen veel eerder, ik ietsje. De jetlag zit er nog wel een beetje in.
We zaten dus lekker vroeg aan het ontbijt. Deze keer met yoghurt met fruit, wat gezonder dan het spek, maar ook heel lekker.
Na het ontbijt werden we keurig op tijd opgehaald door Gertie (kort van Gertrude) een Duitse dame die onze gids voor vandaag was. Ze nam ons mee in de auto richting de sluizen. Eigenlijk meteen al toen we haar ontmoetten begon ze met praten. En ze hield er werkelijk niet meer mee op. Ik vond het geweldig, want ze heeft ons dus heel veel verteld over Panama en het leven hier, evenals over de sluizen. Maar Jeroen trok het uiteindelijk allemaal niet meer zo.
Ze vertelde over de geschiedenis van het Panama kanaal, dat door de Amerikanen daar gegraven is. Die Amerikanen stelden allerlei eisen zoals dat er legerbases gebouwd mochten worden en dat er een Amerikaanse zone aan beide zijden van het kanaal zou zijn. Dat wilden ze niet, en ze stelden een slimme fransman aan om hun belangen te behartigen. Die bleek hun huid gewoon tóch te verkopen en dus kwam er een kanaal met aan weerszijden Amerikaanse zones en legerbases. De Amerikanen maakten eigenlijk alleen maar gebruik van het kanaal, en probeerden er niet per se iets aan te verdienen. Uiteindelijk, op 31 december 1999 werd het kanaal eigendom van Panama. En dat was het moment dat Panama het kanaal kon exploiteren en ze gingen er dus flink geld aan verdienen. En vooral dat blijk je dus terug te zien in Panama stad. Overal wordt gebouwd, de stad maakt een enorme ontwikkeling door. Het gaat gewoon te snel, en daarom zag het er voor ons bij aankomst zo rommelig uit.
Gertie vertelde honderduit. Wat ze ook vertelde was dat ze zich ontzettend veilig voelt in Panama city. Er zijn veel huizen te zien met tralies voor de ramen en dat leek ons voor veiligheid. Maar Gertie zei dat dat vooral een cultureel ding was. En ze zei ook dat er veel wapens waren in Panama. Maar dat kwam door de dictaturen die in de regio waren geweest. Mensen hadden eerder wapens nodig gehad en die wapens zijn er nu nog. Want ja, die gooi je niet zomaar weg. Maar niemand gebruikt ze.
Oké, dat vonden wij allemaal een beetje ongeloofwaardig. Of naïef.
We bekeken de sluizen aan de kant van de Atlantische Oceaan. We zijn daarvoor dus naar de andere kant van Panama gereden, ongeveer 80km. Dus dat duurde niet zo heel lang. De kant van Panama city was niet open omdat die kant minder veilig is, nu met Covid. Er is een grote ruimte waar veel mensen bij elkaar zijn, alles is binnen. In tegenstelling tot “onze” kant van Panama, waar alles buiten was.
Er was een stuk met oude sluizen, die een stuk smaller waren dan de nieuwe sluizen. In de nieuwe sluizen pasten pas echt grote schepen. Dat was indrukwekkend om te zien. De loodsen die deze schepen door het kanaal voerden verdienen 20.000 dollar per maand. Dat is verschrikkelijk veel geld voor Panamese begrippen. Ze hebben dan ook natuurlijk een hele grote verantwoordelijkheid, en lopen risico om aangeklaagd te worden als er iets misgaat. Dus dat is vast een fikse baan.
Na de sluizen zijn we doorgereden naar een fort dat daar in de buurt lag. Daarover heeft ze ook een heleboel verteld maar om eerlijk te zijn weet ik het op dit moment allemaal niet meer. Ik vond het in ieder geval allemaal prachtig. Ook bijvoorbeeld om te weten dat we omringd waren door jungle met allemaal enge dieren. Het was echt een bijzonder gevoel om daar te zijn. Jeroen werd het alleen ergens halverwege opeens spuugzat. Hij dacht dat fort heb ik nou wel gezien, zullen we dóór? Hij is teruggegaan naar de auto en heeft daar op ons zitten wachten. Wij hebben nog hier en daar wat bekeken van het fort en genoten van de uitzichten. Daarna zijn we ook teruggewandeld. Ze wilde ons eigenlijk nog meenemen naar Calle Vecchio ofzoiets het oude deel van Panama city, waar we gisteren ook al heen hadden gewild. Maar wij waren te moe, dus we hebben haar gevraagd ons terug naar het hotel te brengen. Dan konden we lekker uitrusten.
Rond een uur of drie waren we denk ik weer terug in het hotel. Daar hebben we op de kamer wat voor de buis gehangen. We zijn nog een half uurtje gaan wandelen tegen etenstijd en hebben toen wat te eten opgehaald. Dat hebben we weer op de kamer opgegeten. Na nog wat rommelen zijn we weer lekker op tijd gaan slapen. Morgenochtend waarschijnlijk weer voor dag en dauw wakker. Maar ach, we moeten toch op tijd op, want we worden wederom om half negen opgehaald voor het tripje naar het vliegveld.
Geef een reactie