Vandaag was de voorlaatste dag. Het begint op zijn einde te lopen, wat jammer zeg!
We stonden weer vroeg op vanmorgen en waren de eersten bij het ontbijt. Ik geloof dat we de volgende gasten aan het ontbijt niet eens gezien hebben, toen waren we al weg.
We moesten namelijk wel een flink stukkie rijden, en daarnaast wilden we op tijd in het nieuwe resort zijn, want dat werd geadviseerd. En we wilden onderweg ook nog een wandelingetje maken. Druk daggie dus.
Het rijden was bijzonder deze keer. We werden door iemand ingehaald terwijl dat helemaal niet kon. Jeroen moest flink in de ankers om de inhaler voor ons te kunnen laten invoegen, zodat hij niet frontaal op een tegenligger botste. En de inhaler deed het allemaal heerlijk op zijn gemakkie. Heel vreemd. Maar nou ja, het ging goed.
Na een paar uur rijden kwamen we aan bij de Waterberg, een berg waar we op wilden gaan staan. We betaalden bij de ingang om het park in te mogen en reden door naar het beginpunt van de wandeling naar het viewpoint. Het was volgens internet een half uurtje lopen, volgens de dame aan de balie veertig minuten. Het pad bestond uit enerzijds heel fijn zand, anderszijds hele grote rotsen. Het was niet echt fijn wandelen en het ging best stijl omhoog af en toe. Maar het was inderdaad maar een korte wandeling.
Onderweg zagen we nog leuke alpenmarmotten, misschien waren het hallucinaties, dat kan ook. In ieder geval genoten we ervan. Na dertig minuten kwamen we boven en werden getrakteerd op een prachtig uitzicht. Je kon behoorlijk ver kijken en dat was best een vreemde gewaarwording, dat hadden we tot nu toe nog niet echt gedaan. Lange rechte wegen waren er te zien, en veel bos.
Toen we uitgekeken waren, en dat was toch vrij snel, gingen we weer naar beneden. We hadden immers wel een klein beetje haast omdat we op tijd in het resort wilden zijn. Het is best moeilijk in te schatten hoe lang een reis nog duurt, want de tijd loopt steeds hard omlaag als je gaat rijden. De routeplanner denkt dat je veel langzamer rijdt dan je daadwerkelijk rijdt.
We liepen naar beneden en op een gegeven moment moesten we weer een stuk omhoog. Ik had daar helemaal geen zin in, ik had het al zo warm, en er liep ook een pad verder naar beneden. Dat was best stijl, dus ik dacht, mensen die omhoog gaan die nemen die route niet, maar naar beneden is het vast sneller. Dus ik ging die kant op. Jeroen protesteerde lichtjes maar liep toch achter me aan. Ne een tijdje kwamen we bij een hek en konden we niet echt fatsoenlijk verder. We moesten toch omhoog. Ik zag een route en wilde die lopen, maar dat stuk was best wel stijl. Ik stapte op een steen die een beetje glad was door al het zand dat erop lag, gleed een beetje uit en greep me vast aan een boom. Helaas had die boom allemaal stekels, wat erin resulteerde dat ik werkelijk honderden piepkleine doorntjes, eigenlijk bijna haartjes, in mijn hand had. Auuwwwww. Dat was niet leuk! En het probleem is dat je die er niet zomaar weer uit hebt, maar dat je je hand wel nodig hebt bij het klauteren. Na van de schrik bekomen te zijn en de hand even goed bekeken te hebben, besloten we toch maar eerst verder te lopen en beneden pas te kijken wat we er verder mee moesten. Het klauteren ging iets minder snel, maar na een tijdje kwamen we weer op het echte pad. Jeroen mopperde nog een beetje dat hij sowieso dat alternatieve pad niet wilde nemen, maar nou ja, ik was al zielig genoeg.
Beneden heb ik nog even geprobeerd wat eruit te trekken en dat lukte wel een beetje. Maar ik dacht ik wil geen gamedrive missen hierdoor, en als ik hier kan zitten plukken, dan kan dat in de auto vast ook wel. Dus we zijn gaan rijden en toen we terug waren op de asfaltweg heb ik rustigjes alle doorntjes eruit zitten trekken. Dat ging nog redelijk voorspoedig, er bleven er een paar zitten die nu nog steeds af en toe een klein pijnscheutje veroorzaken, maar die niet te zien zijn. Dat zal wel weer over gaan, of het gaat ontsteken en dan kan ik ze wel zien en eruit peuteren haha.
Na nog eens een uurtje rijden kwamen we aan bij de lodge. We kregen eerst uitleg over wat de plannen waren, we waren inderdaad al ingedeeld voor de sundowner. De dame vroeg wat we bij de sundowner wilden drinken, Jeroen nam een gin-tonic, en ik een amarula. Even wat verwennerij.
Nadat we naar de kamer waren gebracht konden we even een kwartiertje bijkomen, waarna we alweer moesten aantreden voor wat een informatieritje bleek te zijn over het reservaat dat ze hier hebben. Ze vangen hier jachtluipaarden op die in de problemen zijn. Jachtluipaarden worden doodgeschoten door de boeren in Namibië, omdat ze het vee opeten. Zodra een boer een jachtluipaard ziet, wordt hij boos en doodt hij hem. Helaas blijven er dan soms jongen achter, en de boeren vinden die jongen dan weer wel zielig, en bellen Africat, de organisatie waar we nu zijn. Zij halen de dieren op en verzorgen ze. Ze laten ze vrij in een groot stuk grond met een hek eromheen, waar de dieren te eten krijgen. Ze krijgen geen levend wild want dat is niet toegestaan, daarvoor is de ruimte te klein. Dat zou dan niet eerlijk zijn voor het wild. Daarom krijgen ze gewoon stukken vlees. En een tijdje terug is geprobeerd om de jachtluipaarden uit te zetten in het wild, maar dat is niet gelukt. Het bleek dat de dieren zo jong hun moeder kwijt waren geraakt, dat ze de kneepjes van het jagen niet goed onder de knie hadden. Ze begonnen bijvoorbeeld te jagen op giraffen, maar die gaven ze een flinke schop en dan raakten ze gewond. Er zijn daardoor een aantal van de jachtluipaarden gedood, en toen besloten ze om de dieren toch maar terug te halen. Dus terugbrengen in het wild zit er niet voor ze in, dat gaat nou eenmaal niet. Maar ze worden prima verzorgd en er wordt onderzoek naar ze gedaan.
Nadat we in het ziekenhuisje en in een informatiecentrum zijn wezen kijken, reden we naar één van de hokken. We gingen naar binnen en zagen vrijwel meteen een jachtluipaard liggen en nog geen twee seconden later de andere vier op een hoopje. Wat een prachtige dieren ook weer. Het is wel sneu om ze te zien terwijl ze niet echt een wild leven kunnen hebben en feitelijk gevangen zitten, maar het blijft een mooi gezicht.
We zaten overigens in een auto met vier duitsers. Zij waren al een paar keer in het reservaat geweest en de dame was de hele tijd maar aan het vragen of een bepaalde leeuw er nog was, of een bepaalde gids er nog was, of die-en-die er nog werkte. We werden er helemaal gestoord van, wij wilden graag horen wat de gids te vertellen had, niet was zij zich herinnerde van de vorige keren! Jeroen is op een gegeven moment maar uit het infocentrum naar buiten gelopen, anders viel het stoom uit zijn oren waarschijnlijk ietsje teveel op haha.
Na het bezoek aan het “hok” zijn we doorgereden naar een mooie plek om de zonsondergang te zien en ons sundowner-drankje te drinken. Dat was wel weer even lekker. Jeroen heeft wat foto’s van de zon gemaakt en roept dan elke keer vrolijk “Steehouwer eat your heart out”, omdat hij denkt dat hij beter kan fotograferen dan mijn aangetrouwde neef. (http://www.djsphotography.nl/) En dan moet hij er zelf erg hard om lachen 😀
Daarna zijn we terug naar “huis” gereden, waarbij we op de route tot twee keer toe tegen een wegblokkade aanreden. Er lagen namelijk telkens jakhalzen op de weg te loungen. Heel grappig en lief gezicht.
Toen we terug waren was het meteen dinertijd en zijn we dus gaan eten. Na het eten eindelijk lekker naar de kamer, douchen en een dutje doen!
Geef een reactie