Het was weer vroeg dag vanmorgen. We zijn met frisse tegenzin opgestaan om iets voor zessen.
Het was eigenlijk te vroeg maar ja, we wilden wel erg graag mee op de safari. Het ontbijt was lekker, een klein buffet met broodjes, yoghurt, muesli en fruit. Na het ontbijt moesten we tien minuutjes wachten op onze gids. Ik had een warme lange broek en een redelijk dikke blouse aangedaan omdat ik dacht dat het nog wel eens koud kon zijn. Maar tijdens het ontbijt merkte ik al dat dat veel te warm was. Dus in die tien minuutjes zijn we snel naar de kamer teruggegaan (5min) hebben ons omgekleed (5min) en zijn weer teruggelopen (5min) om precies op tijd te zijn om de gids aan te zien komen. Afrikaanse 10 minuutjes dus haha.
We vertrokken en de gids vertelde al dat het spannend zou worden vandaag, want gisteren waren de olifanten vertrokken richting de bergen, en ze wisten niet of we ze zouden kunnen vinden. Maar de andere gidsen waren al vertrokken dus die konden ons verteller dat ze de olifanten al gevonden hadden en waar ze waren.
Onderweg kwamen we langs een boom met een heleboel nestjes erin. De vogel die die nestjes had gemaakt, maakt er in één boom altijd een heleboel. Zo misleidt hij het roofdier, dat denkt dat alle nestjes leeg zijn. Maar eentje is gevuld met haar eitjes. En ze maakt ook altijd twee uitgangen in het nest, zodat ze altijd een kant op kan vluchten. Slim hè.
De gids vertelde ook van alles over de olifanten. Ze zijn anders dan de olifanten die je elders ziet. Deze zijn slanker. Dat komt omdat ze verder lopen. En dat doen ze dan weer omdat de vegetatie om de woestijn kwetsbaarder is. Ze eten dus op één plek niet alles op, zodat de planten en bomen goed kunnen herstellen. Ze kunnen een dag of 3 à 4 zonder te drinken en gebruiken water ook niet om om te badderen. Badderen doen ze alleen met zand, om het water te sparen.
De gids vertelde, toen dit resort er nog maar net was, lagen er waterpijpen in de grond naar het resort toe. De verbindingen lekten soms een beetje en dan kwam er water boven de grond. Dat was de olifanten opgevallen en ze gingen de pijpen uitgraven, braken ze stuk en dronken lekker het water op. De mensen repareerden de koppelingen, maar de olifanten wisten nu waar ze lagen en groeven ze gewoon weer op om ze weer stuk te maken. Toen besloten de mensen om maar een drinkplaats voor de olifanten te maken, zodat ze de pijpen heel zouden laten. Hij zei, over twee jaar weten ze nog steeds waar die pijpen liggen, ze zijn slim en hebben een goed geheugen.
Verder vertelde hij dat net twee dagen daarvoor een moeder olifant met een baby gestorven waren bij de bevalling. Toen ze de dag ervoor bij de olifanten waren was ze al opgevallen dat de moeder om niets agressief geworden was. Het kwartje viel niet bij ze, maar toen was er dus al iets mis. De volgende dag ontdekten ze dat ze gestorven waren. Zielig hoor…
De olifanten waren prachtig. Toen we ze net gevonden hadden parkeerde de gids voor de olifanten, waardoor ze vlak langs onze auto liepen. Een prachtig gezicht, zo’n groot en relaxed dier van zo dichtbij. We zijn ze een poosje gevolgd en hebben heel veel filmpjes en foto’s gemaakt. Na een tijdje konden we even uit de auto voor wat koffie en muffins. We raakten een beetje aan de praat met de gids, die ons een hilarisch verhaal vertelde. Ik weet niet of het waar is, maar hij vertelde dat hij in een kano had gezeten met een groep Chinezen in kano’s achter zich. De communicatie ging niet zo heel soepel, en het uiteindelijke advies aan ze was om te doen zoals de gids doet. Niets aanraken, geen handen in het water enzovoorts. Onze gids zat in zijn bootje en plotseling sprong er een slang in zijn boot! Hij schrok zich rot en sprong uit de boot het water in. Raad eens wat de Chinezen deden? 😆. Juist, die sprongen dus ook het water in… En de slang was niet eens gevaarlijk haha.
Na de pauze zijn we nog even rond de olifanten blijven hangen en daarna zijn we met een omweg terug naar het kamp gereden. We zagen verder geen bijzondere dieren meer.
In het kamp zijn we eerst lekker gaan relaxen en uitrusten. We hebben geluncht en na de lunch genoten we van het uitzicht. Eigenlijk hadden we niets meer op de planning staan, maar dat vonden we toch een beetje saai. Dus ik heb maar gevraagd of we met de middag safari mee mochten. En dat kon, dus om 3 uur werden we weer opgehaald voor een tochtje naar de Twyfelfontein rotstekeningen.
We begonnen weer bij de burned mountain, een rots die zwart is met rood waardoor het er soms op lijkt dat hij in de fik staat. Daarna door naar organ pipes, een vallei waar je gekke rotsformaties hebt die op orgelpijpen lijken.
En toen door naar Twyfelfontein, dat zijn naam gekregen heeft omdat er een blanke ooit een boerderij begonnen is omdat er een bron was. De bron bleek echter heel onbetrouwbaar en zo kwam de plek aan haar naam. Jeroen werd wild enthousiast van alle rotsgraveringen (not) en heeft er ongelofelijk veel foto’s van genomen (ook niet dus…). Ik vond het best leuk, vooral het verhaal erbij over de sporen. Het idee van rotstekeningen was dat er in de vallei nomaden kwamen (de bushpeople) en dat deze mensen informatie deelden door middel van die tekeningen. Ze gaven erop aan welke dieren er te vinden waren en er was een kaartje met bronnen in de omgeving. Ook zag je tekeningen van pelsrobben, pinguïns en nijlpaarden, dieren die hier niet voorkomen. Dat was waarschijnlijk ter educatie, tekeningen van mensen die die dieren hadden gezien en wilden vertellen hoe ze eruit zagen. Zo waren er dus ook tekeningen van sporen van de leeuw, de springbok en de olifant, maar ook van de mens. Kinderen begonnen met het leren herkennen van de sporen van hun ouders. Als ze dan achtergebleven waren of hun ouders niet meer zagen, konden ze ze altijd terugvinden door hun sporen te volgen. Met het herkennen van mensensporen konden ze ook de sporen van de medicijnman herkennen, waardoor ze hem in noodsituaties goed konden vinden. Ook konden ze zien wie een dier had gejat uit een val die iemand anders had neergezet en ten slotte konden ze zien welke vreemdeling er in het dorp was gearriveerd. Geinig toch?
Uiteindelijk reden we weer terug richting kamp, maar toen kwamen we de olifanten weer tegen. We zijn er nog even langs gereden, moesten eigenlijk wel terug om de “sundowner”, een drankje bij zonsondergang, niet te missen. Maar meneer olifant vond het niet nodig dat we meteen weer vertrokken en ging vlak naast onze auto alle bloemetjes van een struik eten. Wegrijden zou provocatie betekenen en dat wil je niet bij een olifant. We konden dus niet anders dan rustig wachten tot meneer uitgeknabbeld was, en om eerlijk te zijn vond ik dat helemaal niet erg. Het was prachtig om te zien van zo dichtbij. En hoe groot het dier ook is, zijn slurfje blijft schattig.
Toen hij eindelijk verder liep zijn we snel terug gereden naar het kamp waar we een cocktail namen bij het uitzichtspunt om naar de zonsondergang te kijken. Daarna konden we meteen door naar het diner, koffietje doen op de kamer en toen lekker slapen.
Lig ik hier lekker op bed het blog te schrijven, roept Jeroen opeens: “Hé, wat was dat?”. Blijkt dat er een dikke spin naar binnen liep en verdween onder het bed… Oké, slaap lekker! 😆
Geef een reactie