Toen we gisteravond geblogd hadden en van het zwembad terugliepen naar ons huisje, ontspon zich de volgende conversatie:
Jeroen: Nou, we zetten de wekker dus maar op half zeven?
Annette: Sorry? We gingen toch lekker laat op?
Jeroen: Jaaaaa, RELATIEF laat…
Annette: Ow…
Dus, vanmorgen om half zeven ging de wekker. We stonden op, keken naar buiten en zagen een zadeljakhals voor het huisje langs hobbelen. Ik riep heel hard dat het een vos was, maar Google zegt een zadeljakhals, dat zal dan wel waar zijn… Prachtig gezicht. Daarna gingen we naar de Sossusvlei lodge om te ontbijten. Die lodge is vlakbij de ingang van het park en zo konden we zien dat er een aardige rij auto’s stond te wachten om het park in te gaan. We hadden beiden nog niet zo heel veel honger, maar er werd voor mij een lekkere omelet gemaakt en Jeroen had zijn yoghurt en fruit, dus we kregen toch wel wat binnen. Tijdens het ontbijt ontdekte Jeroen dat hij zijn zonnebril vergeten was. Die is hij in zijn uppie nog even gaan halen terwijl ik aan de koffie zat, en daarna zijn we het park ingereden. De rij was inmiddels gelukkig weg. We kregen bij de ingang een nummer, 55, en dat moesten we bij de receptie vertellen. Prima. Wij het park inrijden, maar een receptie? Die zagen we niet. Na een tijdje werden we toch wat onzeker en zijn we omgekeerd. Toen bleek dat we inderdaad een onduidelijke receptie voorbijgereden waren.
Nadat we daar hadden betaald reden we door, het park in. We kwamen langs een uitzichtspunt dat we even bekeken hebben, dat was al heel mooi. Daarna zijn we verder gereden naar kilometerpaal 41, waar weer een parkeerplaats was. Onderweg passeerden een roedeltje struisvogels, bijzonder om die zomaar in het wild te zien. We parkeerden de auto en wandelden richting het duin dat we daar zagen. Eentje van dichtbij bekijken leek ons wel leuk, dus we zijn naar de voet van de heuvel gelopen, hebben hem aangeraakt en wilden weer terug wandelen. Een man hield ons een beetje tegen. “Gaan jullie hem niet beklimmen?” vroeg hij. Nou, dat waren we niet van plan. “Maar dit is Dune 45, die moet je beklimmen hoor!”. “Nee,” zei Jeroen, “Dune 45 is verderop.” Nou, dat geloofde de man niet. Dit was Dune 45, “I’m sure!” zei hij ook nog. En hop, daar ging hij, zijn Dune 45 beklimmen. We hebben de hele dag erg veel plezier om hem gehad, want inderdaad, Dune 45 was een stukje verderop. En Dune 41, waar hij op ging staan, zag er een stuk stijler en moeilijker uit, dat is vast niet gemakkelijk geweest om die te beklimmen. En dan kom je er daarna achter dat je er nog twee op moet, namelijk Dune 45 en Big Daddy, de iconen van het park. Had hij nou maar naar ons geluisterd…
Wij reden dus zelf verder om Dune 45 te gaan beklimmen, van waaraf we ook weer een prachtig uitzicht hadden. Het was niet een heel pittige klim, maar toch best even een lekker wandelingetje. En naar beneden vanaf een duin is ook altijd groot feest. Dat kan namelijk heeeeeel hard! Je valt toch niet, en als je toch valt, dan val je niet hard. Zo hebben we ons van de meest stijle duinen af gestort, lekker in de zandbak spelen.
Na Dune 45 was Big Daddy aan de beurt. Om daar te komen moesten we óf zelf in 4×4 modus rijden, óf met een jeep mee. We kozen voor dat laatste, vooral omdat je de bandjes moet laten leeglopen als je door mul zand rijdt, en oppompen kon pas weer 80km verderop. Met pijn in mijn hart ben ik in de jeep gestapt, want het leek me wel leuk, een beetje crossen door het zand.
De jeep bracht ons met een noodgang naar de voet van Big Daddy, die we vervolgens in een uurtje of drie roundtrip beklommen hebben. Na een tijdje zagen we de Dead Vlei liggen, een zoutvlakte met allemaal dode bomen erin. Die bomen schijnen “stok”oud te zijn, en blijven bewaard omdat het hier zo droog is. De gids had ons ook al verteld dat het de afgelopen vier jaar niet meer had geregend! Dat is wel droog hè…
Het was een heel pittige wandeling maar wel weer eentje met prachtige uitzichten. En toen we eenmaal boven waren mochten we natuurlijk ook weer naar beneden! Lekker hollen, ik heb er een filmpje van gemaakt. Filmpje
Na deze wandeling moesten we een poos wachten op een jeep terug. Uiteindelijk nam hij ons toch weer met dezelfde noodvaart al hortend en stotend mee terug naar onze auto. We deden nog een poging om daar de hidden Vlei the vinden, maar bij nader inzien waren we daarvoor te moe. We zijn toch maar doodgereden naar de uitgang, hebben daar nog wat cola gekocht en getankt voor minder dan 1 euro per liter. Dat is nog een keer te doen. Er gaat 80 liter in de tank dus we kunnen wel even vooruit. Maar we gaan wel lekker vaak tanken, je kan hem maar vol hebben. Volgens de gids is er momenteel een probleem met de aanvoer van benzine dus we willen niet in de problemen raken…
Eenmaal thuis was het relaxen geblazen. Effe bloggen, beetje bitter lemon drinken en ons eigen eten maken op de barbecue. Er lag een kippetje op, een spiesbokje en een eland. Lekker smullen hoor. Na wat koffie ben ik onder de douche gestapt om al het zand uit alle niet nader te specificeren plekken te spoelen. Daarna lekker slapen en morgen weer laat (=half zeven) uit bed.
En dan hieronder weer de “bewegingen”:
Geef een reactie