En vanmorgen was het wederom vroeg dag. Ik wilde graag zo vroeg mogelijk bij Graceland zijn, omdat we anders in de drukte terecht zouden komen en dat vond ik zonde. Jeroen wilde eigenlijk eerst bij de Gibson fabriek langs, maar die opende pas om 10 uur en Graceland al om 9 uur. Ik heb gewonnen, het werd Graceland… 😉
We waren eigenlijk weer iets te vroeg wakker geworden, en hadden geen zin om bij Graceland voor de deur te moeten liggen. Dus we zijn eerst maar even naar de Starbucks gegaan hier onder bij het hotel. Lekker bakkie koffie met wat chocolade croissants genomen. Daarna door naar Graceland.
Het was maar een kort stukje rijden. We bleken VIP-kaartjes te hebben, die ervoor zorgden dat we een “eigen” film mochten bekijken, wat extra bijzondere attributen, en dat we de rij voor het busje mochten overslaan. Best prettig. Voor de rondleiding moesten we echter nog wel 25 minuutjes wachten. Jeroen wilde meteen alweer naar de vliegtuigen rennen en ik dacht eigenlijk rustigjes even in het shopje te kunnen struinen. Jeroen heeft gewonnen, we zijn naar de vliegtuigen gegaan 🙂 . Er waren er twee, eentje die Elvis voornamelijk zelf gebruikte naar zijn concerten. De andere gebruikte zijn manager, om alvast naar de volgende concert-locatie te vliegen om de komst van Elvis voor te bereiden. En soms gebruikte Elvis hem zelf ook, voor de kortere vluchtjes. Elvis haalde weleens per vliegtuig een boterham met pindakaas in Denver geloof ik. Letterlijk, limousine in, overstappen in zijn vliegtuig, uitstappen in Denver waar een limousine aan kwam rijden met een traytje met boterhammetjes met pindakaas. Dan weer terug naar Memphis en lekker thuis slapen. Of in het vliegtuig natuurlijk, want dat bevat een tweepersoons bed. Het was een luxe toestand, de man wist duidelijk niet wat hij met zijn geld aan moest.
Na de vliegtuigen zijn we met de rondleiding meegegaan. We werden met ons eigen busje naar het huis gereden, waar we eerst een korte samenvatting van zijn carrière te zien kregen op film. Daarna mochten we het huis van binnen bekijken. We kregen een koptelefoon en een ipad-achtig-ding en liepen door het huis heen van kamer naar kamer. We mochten niet boven komen, daar was zijn slaapkamer en dat was te privé. Maar beneden en in de kelder mochten we alles wel bekijken.
Ik moet zeggen, ik vond het best een knus huis. Het was leuk ingericht, hoewel natuurlijk wel alles jaren zeventig ongeveer, maar ik vond het erg gezellig. Vooral de jungle room vond ik leuk, met lekkere zachte groene vloerbedekking op de vloer en op het plafond.
We kwamen langs zijn squash-baan, door een schietschuurtje en langs zijn zwembad en paardenweide. In de meditatietuin kwamen we langs de graven van zijn broertje, ouders en oma, en natuurlijk van Elvis zelf. Dat was het einde van de tour. We mochten weer terug naar waar we de VIP-film hadden gezien, de wachtende rijen voorbij, zo naar ons eigen busje. Busje bracht ons terug naar de gebouwen waar de tentoonstellingen waren. Daar konden we zijn auto’s bekijken, waaronder natuurlijk de roze cadillac, zijn motoren, zijn trekker (jazeker!), golfkarren, sneeuwscooters, speelauto voor Lisa Marie enzovoorts enzovoorts. Zoals ik al zei, de man had geen idee wat hij met z’n geld moest doen. De tentoonstelling ging verder, zijn pakken waren te zien, zijn gouden platen, een deel ging over de sun studio, er was een archief met kleinere dingetjes, zijn kleding van toen hij in dienst was, kleding van mensen die door hem geïnspireerd waren en winkeltjes, winkeltjes, winkeltjes. Elke hal had een thema en eindigde met een winkeltje. Ook Lisa Marie had een hal, maar daar zijn we redelijk snel doorheen gehobbeld. Na een uur of drie waren we moe maar voldaan en zijn we weer in de auto gestapt. Het was een hele leuke belevenis om eens op Graceland te zijn.
De benzine was zo goed als op, dus we hebben getankt en meteen rechtsvoor en rechtsachter even opgepompt, want het dashboard gaf een waarschuwing. Daarna terug naar het hotel, eventjes wat brood eten dat we nog hadden, en toen weer op pad naar het Gibson museum. Dat was tot 3 uur open, dus daar konden we niet al te lang mee wachten, het was inmiddels een uur of 1 toen we in het hotel waren. Het Gibson museum bleek volgeboekt. Hij had echt geen plek meer zei hij, dus dat moesten we dan toch verplaatsen naar morgenochtend. Maar we wilden morgen ook al naar het Mississippi museum, en we moeten ook nog een uur of vier rijden. Dat wordt een strakke planning.
We zijn maar door de stad gaan wandelen, het regende en was best koud. Onze kleding is niet echt op deze temperaturen berekend, maar ik had toevallig wel een hardloopjackje mee dat een beetje waterafstotend was. Dus die heb ik maar aangedaan, met de enige dikkere trui die ik heb en dat was eigenlijk net niet genoeg. Beetje doorstappen dus maar, om warm te blijven. Memphis is echt wel een hele leuke en gezellige stad om doorheen te wandelen. We liepen naar de rivier en op het eiland was het museum, wisten we. Alleen we wisten ook dat het vandaag, op dinsdag, gesloten was. Toch zijn we erheen gelopen, de loopbrug over de rivier over. Aan de overkant stonden we op de brug die vier verdiepingen hoog was, naar beneden te kijken, op het terrein van het museum. Het zag er niet echt heel interessant uit. De deuren naar beneden waren open, dus we zijn doorgelopen, en uiteindelijk kwamen we volgens mij toch echt wel in het openlucht gedeelte van het museum terecht. Volgens mij was het niet echt de bedoeling dat we daar waren, maar Jeroen liep door en ik sjokte maar achter hem aan 😀 . Ik had al visioenen van politie agenten en camerabeelden met bewijs en veroordelingen en ik weet niet wat allemaal, maar gelukkig viel dat erg mee. Er was niemand die ons kwam oppakken, maar het voelde ook niet helemaal goed zo, dus we zijn maar weer snel terug naar de loopbrug gegaan. Het hotel trok ons niet echt aan, dus we besloten ter plekke om daar morgen niet meer heen te gaan. Gibson fabriek is wel genoeg.
Na de wandeling was ik eigenlijk opeens helemaal kapot. Ik kon geen pap meer zeggen en ben lekker onder de douche gedoken en daarna eventjes in slaap gevallen op bed. Na een klein tukje was Jeroen alweer aan het stuiteren om naar het Rock en Soul museum te gaan, wat ook hoog aangeschreven staat. En ik had er ook wel zin in, dus in de benen maar weer, de straat oversteken en naar binnen bij het museum. Lekker dichtbij dus geen lange koude wandeling.
Ook dit museum was weer geinig. Het begon ook weer met een film met uitleg over het ontstaan van de rock en soul in Mississippi. Er was weer een deel gewijd aan de sun studio, er stonden een boel juke boxen, gitaren, kleren, andere instrumenten, van alles en nogwat. Grappig om doorheen te lopen en het was er ook lekker warm 🙂 .
Na het museum zijn we naar het beste grill restaurant van Memphis gegaan, althans volgens Google. En ik moet zeggen, de pulled pork die we er hebben gehad, was heerlijk zacht. Zelden proef ik zulk zacht vlees als hier in Amerika, en BBQ Central was daarop geen uitzondering. Heerlijk gegeten dus. Na het eten terug naar het hotel en lekker relaxen, bloggen en slapen.
Geef een reactie