Jeroen en Annette

Op vakantie

Oak Alley

Vanmorgen moesten we best vroeg op. We hadden gisteren wat fruit gekocht en we hadden nog wat yoghurtjes met cruesli over, dus we hebben in de kamer lekker ontbeten. Daarna zijn we in de auto gestapt op weg naar de eerste stop. Die was op anderhalf uur rijden in een klein dorpje waarvan ik de naam alweer vergeten ben (Lacombe). In een vreemd winkeltje waar je van alles en nogwat kon kopen en eten, meldden we ons bij Bayou Adventure voor een kanotoer door het moeras. In eerste instantie wist de dame achter de kassa niet helemaal zeker waar we het over hadden, maar even later zei ze toch dat “ze” eraan kwamen. Er moest alleen eerst een plek gevonden worden van waaruit de kano’s konden vertrekken, want het was nogal hoog water. Oké prima, dan wachten we even, we waren tenslotte ook een kwartier te vroeg. Rond een uur of negen kwam er een man aangereden met een stel kano’s op een kar achter zijn auto. We mochten met hem mee in de auto om een stuk te gaan varen door het moeras. We reden met hem mee naar de oever van een riviertje. Toen we afsloegen en het riviertje in zicht kregen, moest de man lachen. We vroegen waarom, en hij legde uit dat het water nu wel heel erg hoog stond. Dat kwam door de orkaan Michael, die op dit moment huishoudt rond Panama City, hemelsbreed 400km bij ons vandaan. De wind drijft het water op, zei de man.
Gisterenavond hadden we op tv ook al de berichten over de orkaan gezien. Mensen moeten evacueren en het werd een flinke orkaan, niet zomaar een windje. Wel gek om er nu zo dichtbij te zijn. 400km is zo veel nou ook weer niet… We merken er dus wel iets van in het weer in New Orleans en nu de hoge waterstand. Maar dat is tot nu toe gelukkig alles.

We stapten in de kano’s en peddelden het riviertje op. Het water was hier nog zoet, maar hoe meer we richting het meer (Lake Pontchartrain) kwamen, hoe zouter het werd. En dat kon je goed zien aan de vegetatie. Het was een heerlijk rustgevend tochtje. De gids vertelde wat grappige dingen. Over de bomen die gebruikt waren om in de French Quarter in New Orleans huizen van te bouwen. Ze waren toen niet gewend om te herplanten, en de bomen zijn zelf ook niet teruggegroeid. De gids denkt dat dat was omdat het ecosysteem een beetje veranderd was doordat er zoveel bomen waren weggehaald, en dat nieuwe boompjes het daarom niet meer redden. Zonde. En hij vertelde weetjes over alligators, namelijk dat je aan de neus kan zien hoe lang een alligator is. Zijn neus (van de neusgaten tot tussen de ogen) gemeten in inches is gelijk aan zijn gehele lengte in feet. En dat is handig, want meestal zie je alleen de neus. Ook vertelde hij dat de omgevingstemperatuur bepaalt welk geslacht de alligator uit het ei zal hebben. Hij wist de temperaturen niet meer precies, maar bijvoorbeeld boven 70F werd een jongetje en onder de 70F een meisje. Zo kan je de populatie dus goed regelen, als je meisjes nodig hebt, zorg je gewoon dat het wat kouder is. Handig… Verder kunnen ze 15 tot 20 mph rennen, maar voor een heel korte periode, en 20 tot 25mph zwemmen. Da’s best hard, dat ga je niet redden als mens. Maar gelukkig vallen ze mensen over het algemeen niet aan. Er zijn hier en daar in Louisiana wat vingers en tenen afgebeten, maar er is nog nooit iemand gedood door een alligator, zei hij.

De tocht bestond uit ongeveer anderhalf uur rustig peddelen richting het meer, dan op het meer een beetje dobberen en relaxen, en weer anderhalf uur rustig terugpeddelen. Toen we bijna bij het meer waren, zagen we opeens de kop van een alligator boven het water uitsteken. Zaten we dan, hoog en droog op een klein kanootje, vlakbij een alligator! Dat was even wennen. Maar wel prachtig om te zien. Deze had volgens de gids een neus van ongeveer 6 inches, hij was dus ongeveer even lang als ik… Hij bleef gelukkig rustig liggen waar hij lag. We peddelden verder en zagen er nog eentje liggen. Niet veel later kwamen we bij het meer. De gids zei dat hij normaal gesproken even uit de boot stapte hier, om even de benen te strekken. Alleen het water stond zo hoog, dat ik ongeveer tot mijn dijen in het water zou staan. “Het kan wel…” zei hij, en zo geschiedde. Wij het water in, even de beentjes strekken. Zei ik al dat er een paar honderd meter verderop een alligator lag te chillen? 😀 . We probeerden een poosje over het gras onder water te lopen, maar dat viel niet mee. Steunen op water gaat niet echt, en de pollen waren nogal hobbelig. Toen ik na een paar minuten plotseling een zooi mieren op mijn been had, en nog iets later een gigantische spin, hield ik het voor gezien. Mijn gilletje veroorzaakte een lachsalvo bij de heren 😉 . Met een sprongetje, bips eerst, plofte ik zo weer in de kano. Dat ging veel makkelijker dan ik had verwacht. Jeroen zat er ook zo weer in, en we peddelden terug. Onderweg kwamen we nog weer wat alligators tegen, groter dan de eerste die we hadden gezien. We zagen er ook eentje zwemmen, dat was voor het eerst! Als je ons tot nu toe had wijsgemaakt dat ze allemaal nep waren hadden we het ook geloofd. Ze bewogen namelijk geen eeeh… vin, tot nu toe. Maar deze zwom van ons weg. Ook weleens leuk. Iets verderop stak er nog een slangetje de rivier over, koppie hoog in de wind, die diertjes zwemmen ook veel sneller dan ik.

Na weer ongeveer anderhalf uur terug peddelen, deze keer iets zwaarder want tegen de wind in, kwamen we terug bij de auto. Daar merkten we helaas dat de zon toch wel erg fel op onze benen had geschenen, want die waren toch wel een beetje verbrand. Jeroen wat minder erg dan ik, maar toch best rood. We werden bij het winkeltje afgezet, waar we nog even een bakkie hebben gedaan. Daarna sprongen we in de auto, op weg naar de plantages. Als eerste zijn we bij de Evergreen plantage geweest, een suikerplantage. We waren er om kwart over twee, en om twee uur startte de rondleiding. Helaas pindakaas dachten we, we zijn de parkeerplaats opgereden en daar liep iemand. Zij informeerde ons dat ze ons nog wel aan de rondleiding toe kon voegen. Dus we betaalden haar en reden met haar in de auto naar de groep toe. We sloten aan toen ze in de keuken waren. De keuken was natuurlijk niet in het grote huis, maar ernaast. De gids vertelde dat er gekookt werd voor het gezin, zo’n honderd slaven werkten op de plantage voor een gezin van ongeveer acht mensen. En ze legde uit dat er een Europees systeem in Louisiana heerste, en dat dat beter was dan het Amerikaanse systeem in Virginia. Ze zei onder andere dat er toch 100 slaven voor maar ongeveer 8 mensen werkten, en dat ze dus ruim de mogelijkheid hadden om die mensen wat aan te doen. Maar omdat ze zich niet bedreigd voelden, deden ze dat niet. De slaven bleven ook vaak op de plantages wonen. We kregen niet helemaal mee wat nou het verschil was tussen het Europese en het Amerikaanse systeem, maar ik had wel zo mijn twijfels bij deze uitleg. Ze deed alsof het allemaal pais en vree was, en dat kan ik me niet voorstellen. Ik vind het dus ook hier weer heel dubbel om rond te lopen in een prachtig huis op een geweldig mooi landgoed, met zo’n onbegrijpelijk verleden.

Na de rondleiding over het landgoed zijn we doorgereden naar ons hotel, Oak Alley Plantation. We slapen in een “cottage” op de plantage, en mogen over het hele landgoed 24 uur per dag rondhobbelen. Plantage by night dus 🙂 . De cottage is prachtig, we hebben een huiskamertje met een tv, een groot tweepersoons bed, een keukentje waar alles is behalve een fornuis, en een grote badkamer. Ook is er een veranda die omgeven is door muggengaas. Want muggen zijn hier wel trouwens, tijdens de toer op de Evergreen plantage zijn we weer bijna opgepeuzeld.

We hebben onze spulletjes in de cottage gelegd en zijn wat te eten gaan halen. Het cafeetje van de plantage was nog geopend en had wat eenvoudige broodjes. Daar hebben we wat lekkers uitgekozen om in de cottage op te eten. Na het eten zijn we een rondje over het terrein gaan wandelen. We waren inmiddels te laat voor de rondleidingen, en de receptionist had ons ook aangeraden deze in de ochtend te doen, zodat je minder last had van muggen. Vonden wij een prima advies.

Na de wandeling zijn we even koffie gaan drinken, bloggen, nog een wandelingetje voor “platation by night” en daarna lekker naar bedje.

Reacties

2 reacties op “Oak Alley”

  1. Debbie

    I know for sure now that you are a brave woman, standing in that alligator and fire ant infested river/bayou! I love it! You must not have been aware of the very very recent attacks by Florida alligators. One woman dragged under water and killed after walking along a pond, also a man grabbed into the water and I think he may have lost an arm. :-O But what made my heart jump is when you said ants got on you. It is very common in the south during flooding, for mounds of hundreds of fire ants (called rafts) clinging together on top of flood water, that sting very bad when they float up on people or animals. I’m glad your adventure only left you with a sunburn.
    I do not believe the tour guide at the plantation either! 100 slaves do not stay submissive to their 8 masters because they are treated well, they do because they are brutalized and surrounded by hundreds of miles of other white people who would kill them if they tried to escape. I’ll have to ask my African-American friends from Louisiana if that is what they taught them in school about Louisiana plantations!

    1. ??? Debbie we didn’t know about those accidents. But it’s obvious to us… They happened with alligators from Florida, not from Louisiana! The Louisiana alligators are very friendly did you not know? ??
      Jeroen did get eaten by fire ants, but this was when he thought an anthill of fireants was very comfortable to stand on ???
      We were at oak Alley plantation and they also told us that slaves were treated very well. But the exhibition about punishments told a different story…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ontdek meer van Jeroen en Annette

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Voeg je bij 65 andere abonnees

Lees verder