Het was een interessante nacht. We zijn lekker vroeg gaan slapen, Jeroen lag volgens zijn Garmin om 8 uur al te ronken, ik ietsje later. Na een redelijk nachtje slapen waren we natuurlijkhartstikke vroeg weer wakker. Ik werd rond een uur of 4 wakker. Toen had ik volgens Nederlandse tijd tot een uur of 11 uitgeslapen, dat is voor mijn doen een prima score. Normaal gesproken ben ik rond half negen al klaarwakker. Niks te klagen dus.
Om 6 uur Houston-tijd had Jeroen genoeg liggen woelen, hij ging maar eens een stukje hardlopen. Ik was toen net weer een beetje in slaap gevallen, dus ben lekker blijven dommelen. Na een half uurtje hollen was Jeroen weer terug, natuurlijk helemaal bezweet van de warmte en het vochtige weer. Maar hij was lekker wakker.
We zijn eerst een rondje gaan wandelen door het centrum, ook op zoek naar een ontbijttentje. Uiteindelijk kwamen we terecht bij een tentje dat we gisteren ook al hadden gezien. Jeroen nam een bordje fruit en ik had scrambled eggs met toast. Lekker en eenvoudig, bakkie koffie erbij, niks meer aan doen. Na het ontbijt zijn we teruggewandeld naar het hotel, waar we meteen aan de heren vroegen of ze onze auto konden voorrijden. Even naar boven, spulletjes pakken en op naar het Space Center. De kaartjes hadden we al, dus we hoefden niet in de rij, dachten we. Eenmaal aangekomen bleek dat er heel veel mensen al kaartjes hadden, en dat we dus toch in een fikse rij moesten aansluiten. Maar dat kwam voornamelijk omdat het nog niet open was. Toen we eenmaal naar binnen konden, ging het vlot. Een dame legde ons uit dat we het beste eerst naar het trammetje konden gaan, en dat bleek een goede tip. De tram reed ons naar het mission control center, daar waar dus op dit moment de ISS wordt gecontroleerd. In het Mission Control Center zit een flight-director, een communicatie-meneer, iemand die over de koers gaat, een dokter, en zo waren er nog wat bureautjes. Jammer genoeg zagen we inderdaad alleen de bureautjes, want we keken naar de trainings-faciliteit en niet naar het echte mission control center.
De man die ons rondleidde, vertelde over de missie naar Mars. Als we daar nu heen zouden gaan, doen we er 9 maanden over voor we er zijn. Maar gelukkig is er een slimmerd die de plasma motor heeft uitgevonden. Met een plasma motor ben je er in maar 39 dagen, een stuk sneller. Dan heb je meteen ook niet meer het probleem dat je niet weet hoe het menselijk lichaam zich gedraagt als het negen maanden lang aan gewichtsloosheid wordt blootgesteld. Er is alleen één klein probleempje met deze motor: de bijbehorende rem is nog niet uitgevonden. Da’s toch vrij lastig, dan wordt het een Mars fly-by en dat is toch jammer na een ruime maand vliegen.
Toen we met de tram over de “campus” reden, vertelde de dame dat iemand in 1968 (ofzo) fietsen had gedoneerd. Volgens haar zou het ons wel opgevallen zijn dat er hier en daar fietsen slingerden. Maar wij zijn het beeld van rondslingerende fietsen zo gewend, dat we het helemaal nog niet gezien hadden. Het leuke was dat de fietsen nog steeds origineel waren. Er zou er dus zomaar eentje kunnen staan waarop Neil Armstrong naar zijn training was gefietst. Een geinig idee…
Het trammetje bracht ons uiteindelijk bij de Saturn V raket, die in een hangar was gelegd om door ons bekeken te worden. En toen waren we blij dat we het eerste treintje hadden genomen, want er was nog bijna niemand in de hangar. Wat een indrukwekkend ding was dat! Dit type raket bracht tijdens de Apollo missies de commando capsules de ruimte in. Het exemplaar dat daar lag, was om een of andere reden niet gebruikt. Eigenlijk was er niet eens heel veel aan te zien, maar toch was het leuk om een echte raket van zo dichtbij te kunnen bekijken.
Nadat we de raket hadden gezien, zijn we naar de film over de Apollo missies gegaan. Deze ging voornamelijk over de Apollo 13, de missie die in 1970 niet zo heel soepel verliep. De ‘echte’ mensen vertelden over hoe dat was gegaan en hoe goed het team had samengewerkt om de bemanning veilig terug op aarde te krijgen. Een indrukwekkende prestatie, mooi om het verhaal door de inmiddels oude mannen verteld te zien worden.
Buiten stond een nagebouwd vliegtuig met een space shuttle erop. Je kon erin kijken en dan kreeg je een idee hoe groot het allemaal was. Ik vond het eigenlijk nog best meevallen, ik had verwacht dat het groter was. Ook leuk om eens te ervaren.
In het shopje hebben we nog wat spulletjes gekocht, ik een echte Nasa-muts, Jeroen een t-shirt. Daarna waren we het gewurm zat, het was inmiddels best druk geworden en iedereen liep in de weg. Tijd om terug naar het hotel te gaan dus. Via de Wal-Mart, waar we wat te eten kochten, zijn we teruggereden naar het hotel. Daar hebben we eerst wat gegeten en daarna zijn we weer aan de wandel gegaan naar het stadspark.
Vanuit dat park was de skyline van Houston goed te zien. Het lijkt heel wat zo vanaf een afstandje, maar als je tussen de wolkenkrabbers doorloopt is een maar een saaie boel. Er was bijna niemand op straat, je hebt niet het idee dat je in een grote stad rondloopt. Het doet een beetje industrie-achtig aan en het is niet echt gezellig. Maar in het park kon je heerlijk wandelen, spelen met water (er was een pomp waar we een mooi stroompje mee gemaakt hebben) en hardlopen. Halverwege moesten we nog weer schuilen voor een fikse, wederom vrij onverwachte regenbui. Na een uurtje of twee wandelen waren we terug in het hotel, waar we een stokbroodje met salami klaarmaakten, koffie dronken en weer lekker vroeg zijn gaan slapen.
Geef een reactie