Nou, daar is tie dan, mijn eerste blog vanaf de boot! Ik ben heel benieuwd hoe hij gaat aankomen. Ik hoop dat het allemaal goed gaat en dat het leesbaar is. Ik kan zelf de commentaren denk ik pas weer lezen als we terug zijn in Buenos Aires, dus verwacht voor die tijd maar geen reactie…
Vanmorgen zijn we op het gemakje opgestaan en gaan ontbijten, met wederom dat prachtige uitzicht over Ushuaia en de baai. Het is een heerlijk rustig hotel, dus we konden ook lekker rustig wakker worden. Na het ontbijt zijn we eerst uitgecheckt en daarna gaan wandelen. Er was een bergje achter het hotel waar we op wilden gaan staan. We lieten onze spullen achter in het hotel en zijn naar de plek gelopen van waaruit de wandeling begon. Het eerste stuk was door het bos, het leek wel een soort oerbos, met al die donkere bomen en al dat mos op de stammen. Tijdens het wandelen waaide het aardig, en de bomen kraakten en piepten dat het een lieve lust was. Het had wel wat weg van het verboden bos van Harry Potter, voor de kenners 😉 . Het eerste stuk was niet zo heel stijl, maar na een poosje begon het toch wel een pittige klim te worden. Jeroen rende al fluitend rondjes om me heen terwijl ik probeerde om toch nog zo vlot mogelijk boven te komen. Het was echt een zware klim, maar Jeroen had er helemaal geen last van. Dat was weer redelijk frustrerend want ik had er echt behoorlijk moeite mee. Maar nou ja, het betekende dat Jeroen me wel zo af en toe lekker kon helpen door me omhoog te duwen of te trekken, en zo kwamen we met teamwork toch een heel eind.
Nadat we boven de boomgrens kwamen kregen we een prachtig uitzicht over de baai. Maar doordat er geen bomen meer waren stond er ook een ontzettend harde wind. En dat vond ik ook geen pretje. De wind was zo hard dat ik bang was dat ik van de berg af zou waaien. En Jeroen vond het wederom allemaal niet zo spannend. Dus ik bleef achter een grote rots zitten om even een beetje bij te komen en Jeroen holde (letterlijk…) verder de berg op. Toen hij eenmaal boven was hebben we even gezellig gezwaaid en kwam hij weer naar beneden. Het bleek redelijk meegevallen te zijn met de wind onderweg, maar op de top stond er toch weer een flinke bries. Na wat fotootjes is hij snel weer naar beneden gekomen, en zijn we samen verder de bult afgehold.
Bij aankomst in het hotel zijn we eerst even wat gaan eten. Na het eten hebben we een rustig plekje opgezocht in het hotel en zijn gaan wachten tot het tijd was om een taxi te bellen en te vertrekken naar de haven.
Eenmaal bij de haven hebben we nog even wat geld gehaald en toen was het tijd om in te schepen.
Eenmaal bij het schip zagen we een heleboel mensen op een kluitje voor het schip staan, ze wilden er duidelijk op. Dus wij zijn maar weer op een afstandje gaan kijken hoe de kluit kleiner werd, ik ben er zelfs even bij gaan zitten, en toen bijna iedereen weg was, zijn wij de loopplank opgelopen. Onze koffers waren inmiddels al de boot op gebracht.
Toen we in de hut waren, moesten we eigenlijk bijna meteen alweer weg voor de safety drill. Maar niet voordat we de hut even goed bekeken hadden en wat dingetjes hadden uitgepakt. Er staat een kast met vier deuren, een burootje met vier lades en een tv erboven, een grote bank waar je waarschijnlijk ook nog wel op kunt slapen, en een tweepersoons bed. Daarnaast is een badkamer met een douche, een toilet en een wastafel. Er zijn twee ramen waardoor we naar buiten kunnen kijken. Ik denk dat we ons hier best drie weekjes kunnen vermaken.
Op de intercom werd omgeroepen dat we om tien over vijf in de lounge moesten zijn voor de "mandatory safety drill". Verplicht dus. En die bestond uit eerst een uitleg en daarna het echte werk. Na de uitleg die gegeven werd in het Engels en real-time vertaald werd naar Duits (de aanwezige Duitsers hadden een oortje in waardoor ze de vertaler konden horen), moesten we terug naar onze hutten voor de drill. 7x een korte piep en 1x een lange, en daarna uitleg waar we goed naar moesten luisteren. Het was een algemene alarm dinges ofzoiets, dus haal je reddingsvestje op, kleed je warm aan en kom naar de mustardstation (ofzoiets 🙂 ). Reddingsvestje mocht nog niet aan. Dus wij naar de hut, reddingsvestjes opgehaald en (niet zo heel) warm aangekleed. Het gros had het reddingsvestje al aan toen ze in de lounge kwamen, zucht. Moeilijk hè, luustern…
De volgende stap was het opnoemen van alle namen. Eerst hutnummer, dan naam, en de oneven hutten moesten aan bakboordzijde staan, de even hutten stuurboord. Nou, er zijn aardig wat hutten met nog meer mensen erin, dus daar ging wel even wat tijd overheen. En er miste ook nog iemand, die waarschijnlijk alvast een sigaretje opgestoken had in haar hut ofzo. Ze werd opgehaald en ook in een zwemvest gehesen.
Nadat iedereen present was gebleken, moesten we naar de reddingsboten. Er zijn er twee, elk voor 63 mensen geloof ik, dus dat ging wel passen. Nadat we allemaal buiten gekomen waren, mochten we een blik werpen in de boot en mochten weer terug naar onze hut.
Binnen een kwartier daarna werden we wederom in de lounge verwacht, maar nu voor een welkomstdrankje. We kregen lekkere warme hapjes en een glas champagne. Tijdens het opdrinken van de champagne legde de dokter onder andere uit dat het niet verstandig was om alcohol te nuttigen op de boot. Zucht… 😉 . Verder werden alle crewmembers voorgesteld, en zijn drie nederlanders, waaronder de dokter. De kapitein is een Rus en die vaart al heel lang op deze wateren rond, dus dat gaat wel goedkomen. De belangrijkste regelneef (ik weet niet hoe zijn functie heette) kwam uit Australië en zal ons elke morgen wekken voor het ontbijt. Volgens hem gaan we best een hekel hebben aan zijn stem in de loop van de trip 😀 . We kregen allerlei adviezen om ons veilig over de boot te kunnen bewegen, optimaal te kunnen genieten van de omgeving (niet teveel door de lens kijken) en zo min mogelijk last te hebben van zeeziekte. Als je eenmaal zeeziek bent, dan is de enige manier waarop het weer overgaat, door onder een boom te gaan zitten, volgens de Australische meneer. Van de boot af dus, en dat wil je niet. Alles in werk zetten om dat te voorkomen dus. We namen ons voor om meteen na het eten de zeeziekte pleisters op te plakken, dat hadden we nog niet gedaan. De voorspelling is dat het rustig blijft zolang we over het beagle canal varen, maar dat we daarna wel wat gaan rollen. "Shouldn’t be too bad" zei de Australische meneer, maar hij vertelde erbij dat zijn "niet zo erg" waarschijnlijk toch nog honderd keer erger zou zijn dan onze "niet zo erg". We houden ons hart vast.
Naast me tijdens die uitleg zat een Duits meisje, ik weet niet hoe oud ze was, maar helemaal nog niet zo oud. Ze was, sinds ze werkte, aan het sparen voor deze reis. Al van kleins af aan was ze gefascineerd geweest door Antarctica en ze droomde ervan er een keer naartoe te gaan. Daarom had ze zo lang gespaard, en nu was het er dan eindelijk van gekomen. Ze was dus alleen op de trip en stuiterde alle kanten op. Ik vroeg haar of ze dacht dat ze in deze drie weken nog een keertje rustig zou worden, nee was het antwoord 😀 😀 . Ik kon het me heel goed voorstellen…
Na die uitleg was het alweer tijd voor het diner. Tafels voor zes tot acht personen, en sommige nog langer. Dus kletsen met iedereen werd er geadviseerd, want het is ook leuk om de mensen op de boot te leren kennen en je ervaringen met elkaar te kunnen delen. En dat leek ons ook leuk, en we hadden ook weinig keus. We belandden aan een tafel met twee andere Nederlanders en twee Duitsers. Voertaal was uiteindelijk Engels, nadat we eerst Duits hadden geprobeerd maar ik steeds overfloepte naar Engels. Toen hebben we het maar Engels gehouden omdat dat ook eigenlijk wel makkelijk was.
We kregen een 3-gangen-diner met een salade vooraf, voor mij pasta, voor Jeroen eendenborst en ijs met fruit toe. Heel uitgebreid en erg lekker. Na de thee zijn we naar de hut teruggegaan om te relaxen en te gaan slapen.
Als we morgenochtend wakker worden dan schudt de boot waarschijnlijk alle kanten op, dus dan zullen we weten hoe het gaat met de zeeziekte.
Geef een reactie