Zo, vandaag was weer een lange, mooie dag. Sightseeing Cusco stond op het programma. We mochten lekker uitslapen want pas om tien uur werden we opgehaald.
Rond een uurtje of negen hebben we lekker genoten van het ontbijt. Lekker eitje, deze keer wel gewoon het soort dat we ook besteld hadden. 😉 En dat allemaal in een prachtige ambiance.
Na het ontbijt zijn we lekker buiten op een bankje in de zon gaan zitten wachten op de gids. Die was weer netjes op tijd en nam ons als eerste mee naar het Plaza de Armas, het grote plein van Cusco, vlakbij het hotel. Daar bleek elke zondag een parade gehouden te worden, en we vielen dus met onze neus in de boter. Onze gids had er ook weleens aan meegedaan vertelde hij.
Het duurt een uur en we hebben denk ik even tien minuutjes staan kijken. De vlag van Cusco werd gehesen en het lied van Cusco werd gezongen. Daarna de vlag van Peru en het volkslied. Iedereen zong heel hard mee. Best mooi om te zien.
Daarna zijn we naar een lokale markt gegaan. Dat was wel heel erg leuk zeg! Volgens onze gids was het niet heel veilig voor ons om daar alleen heen te gaan. Maar hij was onze beschermengel zei hij, en zo zou het goedkomen 🙂
Later toen we weer weg waren uit de markt vertelde hij dat hij twee zakkenrollers had weggejaagd… Dat ging dus maar net goed 🙂
Op de markt verkochten ze ontzettend veel soorten fruit en aardappelen en granen. En natuurlijk ook een heleboel gekke dingen als kikkersoep tegen hoofdpijn, schijnt heel goed te werken. En de kikkers zaten in een teiltje te wachten tot ze in de soep mochten, levend… En varkenshoofden en koeienbekkies. Ook was er een soort food court zoals je dat in Amerika ook ziet. Veel locals eten daar hun twee maaltijden, omdat het goed eten schijnt te zijn voor weinig geld.
We hebben er nieuwe coca snoepjes gekocht, voornamelijk voor de inca trail overmorgen. En we hebben een lekker vers vruchtensapje gedronken, ananas met sinaasappel. Smaakte lekker vers en ze had teveel gemaakt en dat wat over was kregen we ook nog. Dus dat was allemaal heel vriendelijk.
Na de markt zijn we naar de kerk van San Blas gegaan. Geen idee wie dat nou weer is, maar er was in de kerk in ieder geval een prachtige preekstoel. Het verhaal ging dat de houtsnijder, die al bekend was, ziek was geworden. Waarschijnlijk had hij kanker. Hij ging bidden bij het Maria beeld in de kerk van San Blas en raad eens… Hij genas! Wat een wonder hè. Het leuke voor ons aan dit verhaal is, dat hij zo dankbaar was dat hij de preekstoel maakte en daar vijftig jaar van zijn leven aan besteedde. En ik moet zeggen dat het ook echt een heel mooie preekstoel was geworden. Er waren natuurlijk mensen die jaloers op de houtsnijder waren geworden, en zij hebben hem vermoord. Zijn schedel zit nu bovenop de preekstoel en je ziet het gat er nog in zitten van de bijl waarmee ze hem sloegen.
Ook in die kerk bevond zich een soort van graftombe. Er was een trappetje naar beneden en als je daar af liep, kwam je in een kelder waar je de skeletten van wat belangrijke geestelijken kon zien liggen. De gids probeerde ons daar nog bang te maken met “Oh iemand raakte me aan… Wie was dat???” maar dat maakte toch niet al te veel indruk 😀
Na de San Blas zijn we naar de grote kathedraal gegaan. Onderweg kwamen we langs allerlei inca resten. Toen de Spanjaarden hier de boel veroverden, hebben ze heel veel van de inca gebouwen gesloopt. Maar het onderste stuk van de gebouwen lieten ze wel staan, om te laten zien dat zij nu de baas waren.
Aan het onderste stuk kan je goed de bouwkunst zien. De Inca’s bouwden hun muren altijd schuin naar binnen leunend voor de stevigheid. Ook zorgden ze ervoor dat de binnenin de muur de stenen als een soort puzzelstukken in elkaar pasten, ook voor de stevigheid. Ze gebruikten geen cement of wat dan ook, en toch staan die muren er nog steeds, ze overleven alle aardbevingen. De kinderen van Cusco weten ook precies wat ze moeten doen als er een aardbeving komt, namelijk naast een Inca muur gaan staan. Die blijft toch wel overeind. 🙂 En ze zeggen: het onderste deel is gemaakt door de Inca’s, het bovenste deel door de “Inca-pables”… 😀
In de kathedraal was ook heel veel moois te zien. Ten eerste was het een enorme kathedraal. De preekstoel was een beetje sneu vergeleken met die van de San Blas, maar voor de rest was het allemaal heel mooi. Het is ook zo leuk om met een gids zo door een stad te lopen, hij vertelt je gewoon alle bijzonderheden en je hoeft niks te missen. En ze zijn ook allemaal heel vriendelijk en behulpzaam.
Maar goed, de kathedraal dus. De Spanjaarden wilden natuurlijk dat alle Inca’s katholiek werden en daarom bouwden ze overal kerken. Ze leerden de Inca’s van alles, waaronder houtsnijden. Maar omdat de Inca’s al heel goed waren in het bewerken van stenen, bleek al heel snel dat ze daar veel beter in waren dan de Spanjaarden zelf. Dus lieten de Spanjaarden de kerken bewerken door de Inca’s. En dat zie je terug in allerlei kleine verwijzingen naar de Inca cultuur. Bijvoorbeeld de belangrijkste drie dieren zijn de slang, de condor en de poema. Die komen overal terug, ook in de schilderijen. Sommige engelen hebben geen witte vleugels, maar vleugels zoals van een condor. Ook zagen we veel vleugels van de Macaw, een soort papegaai uit de jungle, rood of blauw.
Verder was er 20 ton zilver verwerkt in het altaar en verschillende andere stukken in de kerk. Er was een zilveren dinges waar ze beelden op droegen en dat ding was loodzwaar. Vroeger droegen ze dat op hun schouders, maar nadat daarmee een ongeluk was gebeurd waarbij doden vielen, hadden ze er een legervoertuig onder gezet en reden ze zo met het beeld rond.
En het klapstuk in de de kerk was wel het zwarte jezusbeeld. Ik had geloof ik nog nooit een zwarte aan het kruis zien hangen, dus dat was wel even vreemd. Maar dit beeld was zwart geworden door de enorme kaarsen die voor meer dan 300 jaar bij het beeld hadden gebrand. De rest van het beeld, alles wat eromheen zat aan goud en zilver, was schoongemaakt. Maar het beeld zelf niet. Bijzonder.
Jammer genoeg mochten we in beide kerken geen foto’s maken.
Na de kathedraal zijn we naar het el dorado gegaan. Dat was een gouden tempel van de Inca’s, dus nu ook voor het grootste deel gesloopt door de Spanjaarden.
Maar vroeger was dit het centrum van het centrum van het Inca rijk. Hier werden de nieuwe koningen gekroond. Ook werden er offers gebracht. Elk jaar rond de 21ste juni moesten alle Inca’s een offer brengen. Daarom werden er levensgrote beelden van lama’s, alpaca’s en andere dieren gevonden. Die werden vanuit andere delen van het rijk naar de tempel gebracht als offer.
Het was een enorm grote tempel en de muur eromheen was acht meter hoog. Bovenop die muur lag nog een dikke gouden rand. Helaas dus allemaal gesloopt en omgesmolten door de Spanjaarden, de boefjes!
In die tempel kon je nu nog wel heel goed zien waarom de Inca muren zo stevig waren.
Hun bouwblokken lieten ze in de hoeken ook echt de hoek om gaan. Ze maakten hun stenen dus met een hoek erin. Nog meer stevigheid.
De Spanjaarden sloopten dus alle muren van de Inca’s, tot aan de eerste grote aardbeving. Toen werden ze opeens heel nieuwsgierig hoe het kon dat hun eigen muren omgevallen waren, terwijl de Inca muren waren blijven staan… Maar ik geloof niet dat de Inca’s hun geheimen hebben prijsgegeven 🙂
Al met al dus weer een heel bijzondere en leerzame ochtend. We zijn bij het hotel afgezet en zijn toen op de plaza de armas gaan lunchen. Daarna snel weer terug naar het hotel om lekker te relaxen.
Morgen gaan we naar de omgeving van Cusco. Om negen uur paraat. Ik ben weer heel benieuwd, want de gids zei dat het nog mooier gaat worden dan vandaag… We zullen zien. 🙂
Geef een reactie